Zo’n 20 kilometer van Honfleur (en dus ook niet ver van de grootstad Cean en de invasiestranden) kan men de badplaats Deauville bezoeken. Tegenwoordig wordt dit stadje ook wel eens ‘het 21ste arrondissement van Parijs’ genaamd. Dit heeft alles te maken met de geschiedenis.
Het was pas rond 1858 dat de stad enige betekenis heeft verworven in zijn bestaan. De toenmalige hertog ‘de Monry’ had het idee om van Deauville een stad van vertier te maken. Het kleine stadje zonder noemenswaardige betekenis werd op 4 jaar tijd omgetoverd tot een plek met wat meer stijl, inclusief paardenrenbaan en villa’s.
De treinverbinding met Parijs was dan de kers op de taart. De rijke Parijzenaar kon dan afzakken naar Deauville om er te ontsnappen aan de drukte. Na de eerste wereldoorlog werd de toeristeninfrastructuur nog wat verbeterd. Onder meer hotels en een casino werden gebouwd.
Deze luxe is hedendaags gebleven. Veel luxueuzere merken zijn vertegenwoordigd in de winkelstraat. Ook qua festivals is er een ruim aanbod:
- Festival du cinéma américain de Deauville
- Festival de Pâques (voor klassieke muziek)
- Août musical (ook voor klassieke muziek)
- Swing’In Deauville (jazzfestival)
- het Internationale Bridgefestival
Verder is de centrale ligging van de badplaats een groot voordeel bij een bezoek aan Normandië. De stad ligt zowat op de grens tussen Hoog- en Laag-Normandië en in de buurt valt dus een hoop te beleven (zie de andere bezienswaardigheden in Normandië). Gedurende de rondreis een dagje vertoeven op het gigantische zandstrand van Deauville hoort uiteraard ook bij een vakantie. De boog kan niet altijd gespannen staan.
